woensdag 24 november 2010

TURF & SIGAREN

1975, het gaat niet erg goed met de Veense Wereldwinkel. Een nieuw initiatief is de verschijning van Turf & Sigaren, een maandblad vol kritische verhalen over het Veense.
Het eerste nummer werd groots welkom geheten, niet in het minst door een artikel over voetbalvereniging DOVO, waar zelfs het Utrecht Nieuwsblad een artikel aan wijdde. Ook werd een grote brand bij de Boxal beschreven, waar volgens bronnen een politieke partij achter zou zitten. Hierboven een collage van de aankondiging en het eerste en tweede nummer.
(opklikken voor een leesbare afbeelding)

EEN GOEDE START
„Naar ik onlangs heb vernomen, zal er binnenkort een Veenendaals maandblad verschijnen dat zich tot taak heeft gesteld een wat kritischer blik te geven op het reilen en zeilen van het huidige Veenendaal. Met groot enthousiasme juich ik dit idee toe, daar naar mijn mening de plaatselijke kranten af en toe wel eens wat te vlug over bepaalde zaken heenlopen.
Tevens wil ik vanaf deze plaats u waarschuwen voor een teveel aan kritiek in uw maandblad. Dit is naar mijn idee namelijk een van de grootste gevaren waaraan u bloot zult komen te staan. Niet dat een teveel aan kritiek op zich erg zou zijn maar de stap van teveel kritiek naar roddel is slechts klein.
En u zult het met mij eens zijn, dat het zeer jammer zou zijn, wanneer dit unieke experiment voor Veenendaal een ordinair roddelblaadje zou worden waar totaal geen kracht meer vanuit zou gaan”.
(C.A. te V.)
Zo begint een ingezonden brief in het eerste nummer van „Turf en Sigaren”. Dat is een nieuw maandblad van de Wereldwinkel Veenendaal, dat zich kritisch wil opstellen met betrekking tot het Veenendaalse gebeuren.
Zonder meer een lofwaardig streven, want een regelmatige stroom van opbouwende kritiek is nooit weg. We leven tenslotte in een land met persvrijheid en het zal de eerste keer niet zijn dat een kritische beschouwing of begeleiding duidelijk invloed heeft op de gang van zaken.
Tot zover kunnen we volledig met de initiatiefnemers mee gaan. Toch verdient de waarschuwing die verpakt is in bovenstaande ingezonden brief ook alle aandacht. Inderdaad is de stap van teveel kritiek naar roddel slechts klein.
De grote vraag is of de samenstellers van „Turf en Sigaren” dat gevaar in volle omvang beseffen. Bij de uitgave van het eerste nummer is het te vroeg om hierover een oordeel te vellen. De praktijk zal moeten leren of de inhoud van het maandblad blijft stoelen op zuivere feiten of dat de samenstellers puur persoonlijke visies gaan uitdragen.
Dat laatste zou jammer zijn, want -zoals al eerder is opgemerkt- er kan in Veenendaal best een kritisch c.q. opiniërend maandblad bij.
Eén ding moet ons wel even van het hart. Als „Turf en Sigaren” schrijft dat Veenendaalse kranten zich niet kritisch durven opstellen, dan leest de redactie blijkbaar niet alle dagbladen die in Veenendaal verschijnen. Dat is een zwakke schakel als het gaat om een gemotiveerd persorgaan op de markt te brengen.
Afgezien daarvan is de eerste uitgave van „Turf en Sigaren” een goede start. Hopelijk blijft de kwaliteit het winnen van de kwantiteit en gaat kritiek niet over in roddel.
(Gezellig Winkelen, 5 november 1975)

SUZIE Q
Veenendaal ligt nog steeds in de provincie

Middenstanders zijn nijvere lieden, die regelmatig het interieur van hun pand vertimmeren in de hoop meer klanten te trekken en zodoende de winst te vergroten.
De eigenaars van de Veenendaalse bar-dancing Suzie Q hadden ons via de plaatselijke bladen al uitgebreid geïnformeerd over de verbouwing van hun bedrijf. Op donderdag eerste Kerstdag vond de heropening plaats.
Er werd nog geen entree geheven en Alexander (Truus) Curly trad er op.
Jaren lang was er voor de jeugd in Veenendaal niets te doen. Enige jaren geleden kwam hierin verandering. Met de steun van een gemeentelijke subsidie werd Suzie Q van de grond geholpen. Er volgden gouden jaren voor de eigenaars. In de jaren 1972 en 1973 kwam het regelmatig voor dat er meer dan 1000 bezoekers waren. De beste popgroepen van Nederland traden er op. Vorig jaar (1974) waren er nog optredens van Alquin en Kayak.
Toch kwam er de klad in. Wilde Suzie Q een zeer winstgevende onderneming blijven, dan moest het in de smaak blijven vallen van het grote publiek en dat publiek wilde opeens geen betonnen vloer meer. Het wilde een luxe inrichting en de mogelijkheid tot stijldansen. Vandaar de verbouwing.
Op eerste Kerstdag was het resultaat van enige weken hard werken te zien. Men was er in geslaagd om de herinnering aan de fabriekshal, die Suzie Q oorspronkelijk was, weg te werken. De vloer bleek te zijn voorzien van een laagje parket. En de wanden waren afgedekt met een soort Desso-tapijt. Door de verbouwing zijn twee ruimtes ontstaan: een diskotheekruimte en een zaal waar showorkesten zullen optreden. Op eerste Kerstdag stond daar Alexander Curly in een wit satijnen hemd te zweten. Het was zo donker als in een tunnel met noodverlichting. De ventilatie was nog net zo slecht als vroeger.
De eigenaars gokken op de komst van een ander publiek. Door middel van een hoge entree voorkomt men, dat scholieren-met-alleen-zakgeld er te veel zullen komen en door de semi-luxe inrichting trekt men die mensen aan, die van mening zijn, dat het woord "Pop" de afkorting is van populaire muziek.
Het geheel lijkt op een bier- en danstent in het Oosten of Zuiden van ons land. En daarmee wordt dat smoesje van "Veenendaal is Randje Randstad" weer eens doorgeprikt. Veenendaal ligt gewoon in de provincie.
Wat is het gevolg van dit alles? Naar het zich laat aanzien een vette winst voor de eigenaars van Suzie Q en het einde van een plaats waar men naast dronken ook stoned kon worden en waar naast kommerciële muziek ook plaats was voor optredens van Neerlands beste popgroepen.
Zonder de vaak agressieve sfeer van deze dancing te willen verheerlijken is er toch weer een stukje 'stad' in Veenendaal verloren gegaan.

Turf & Sigaren, Nr. 3 - Januari 1975

BAH!

In Veenendaal is uitgaan een rare zaak. Wie 's zaterdagsavonds eens wil kijken wat er te koop is in het plaatselijke uitgaansleven, valt van de ene verbazing in de andere. Let vooral op bij de cafe's in de buurt van de Zandstraat.
Twee vallen daarbij erg op: Old Inn en Valley Inn. Die gebouwen zijn als een vesting uitgerust. Je kunt niet zomaar binnenlopen, maar je moet aanbellen. Dan verschijnt er een uitsmijter, en hij geeft je een bon. Daar worden al je consumpties op aangestreept. Bij je vertrek moet je dan afrekenen.
Ben je de bon kwijt dan kost je dat vijftig gulden.
Bah, wat een wantrouwen.
Maar pas op: reken er niet te vast op dat u binnengelaten wordt. Je hoeft echt geen neger of gastarbeider te zijn: als je eruit ziet als iemand die niet al te veel geld gaat uitgeven, dan verzucht de uitsmijter zwetend: "Sorry, maar het is helemaal vol, je kunt er niet meer in".
"Dank u wel", maar de deur is al weer dicht.
Op een zaterdagavond hielden we een kort onderzoek bij Valley Inn.
Daar mochten we niet naar binnen, "want het was hartstikke vol".
Maar toen we een poosje in de regen bleven staan kijken, werd de één na de ander wel binnengelaten. Bij voorkeur zgn. 'stelletjes'.
Na een tijdje buitenstaan probeerden we het weer. Nu vlak achter een prachtig stel: de jongen met fijne witte boorden, ver over zijn colbertkraag, het meisje rook heel lekker.
Zij konden zo doorgaan, maar toen wij dat ook wilden doen, herinnerde de uitsmijter zich weer: "alles is vol, probeer het maar een andere keer".
"Jawel, mijnheer".

Na een uur voor de derde keer geprobeerd, maar, zonder blijk van herkenning: "sorry, helemaal vol, alleen vaste klanten".
Hoe kun je op zo'n manier ooit vaste klant worden?

Turf & Sigaren, Nr. 3 - Januari 1975

Een paar redactieleden van Turf & Sigaren op de nieuwjaarsreceptie van de burgemeester in 1975:

vlnr: Rein Bijkerk, Wim Bos, Arie van de Kraats


Zijn er lezers die meer informatie over Turf en Sigaren kunnen geven?

woensdag 25 augustus 2010

POPFESTIVAL in Utrecht, mei 1966




























Dit 'mei' festival, gehouden op zaterdag 7 mei 1966 werd door een aantal Veenendalers bezocht.
Met de trein vertrokken ze naar Utrecht, om al vroeg in de Jaarbeurs aan te komen.

Voor een toegangsprijs van fl. 2,50 hadden Hans Hiensch, Elly Dorrestein, Dick Vink, Jan Slagman en Gerard Davelaar (en waarschijnlijk nog een aantal mensen) urenlang entertainment in alle Jaarbeurshallen.

Veel bekende koren, orkesten en artiesten zouden optreden.
Voor de jeugd:
The Golden Earrings
The Motions
The Torero's
The Low Down Blues Group 65
Boudewijn de Groot
en nog vele anderen.

Als hoofdact staan The Kinks geprogrammeerd!
Rond deze tijd staan The Kinks hoog in de Nederlandse Top-40, met het nummer "Dedicated Follower of Fashion".
Ook de 'Kwyet Kinks' EP vond gretig aftrek.

Er was veel publiek aanwezig, uiteindelijk zo'n 30.000 bezoekers, waarvan ruwweg tweederde jongeren.

In eerste instantie viel er weinig te beleven.
Het was voornamelijk wachten op de aangekondigde bands.
Het blijkt dan men weinig ervaring heeft met het organiseren van popconcerten.

Er staan houten klapstoelen voor het publiek en verder valt de combinatie van toespraken door PvdA kopstukken als Joop den Uyl en minister Vrolijk en optredens van Nederlandse artiesten als Karin Kent met ‘Dans je de hele nacht met mij’ niet erg in de smaak bij de festivalbezoekers.

De sprekers werden van het podium geschreeuwd en ook de smeekbeden van Henk van Stipriaan ("Als je van die stoelen flikkert, breek je je poten jongens") mochten niet baten.

De jongelui lieten luidruchtig merken dat zij niet waren gekomen om zich tot de PvdA te laten bekeren, maar voor de optredende beat bands.

Doordat in eerste instantie alles door elkaar, in verschillende zalen geprogrammeerd stond, werd er veel heen en weer gerend, om zo niets van de bands te missen.

Bij het optreden van The Motions in de Irenehal doorbraken enthousiaste jongeren de dranghekken.

Ze bestormden het podium, liepen microfoons en decors omver en zakten tenslotte met zijn allen door de vloer. Meisjes vielen The Motions om de hals

De instrumenten van The Motions werden ernstig beschadigd en hun elektrische installatie werd vertrapt.
Op veel plaatsen ontstonden vechtpartijen.

De 180 ordebewakers van de PvdA konden deze excessen niet voorkomen.

Het podium was half ingestort, en lag een groot gedeelte van de decors achter het podium.

Ze waren afgeknapt, waarbij sommige jongeren een lelijke val hadden gemaakt.

De ongeregeldheden waren zo ernstig, dat de radio uitzending onderbroken moest worden.

De VARA man in de studio zette maar een plaatje op: 'Shame and Scandal in the Family'.

Uiteindelijk besloot de organisatie alle beat bands in de Irene hal op te laten treden.
Gelukkig was het podium daar een stuk steviger, en zorgde de politie ervoor dat het redelijk vrijgehouden werd.

Met flinke tafels werd het podium gebarricadeerd, met zo'n vijftig agenten erachter, om in geval van nood direct te kunnen ingrijpen.

Er werden piramides van stoelen gebouwd, brandkranen opengedraaid en veel bezoekers werden kletsnat gespoten.

The Clungels en The Golden Earrings werden luid toegejuicht.
Tijdens de optredens waren er zo'n 12.000 mensen in de hal toegestroomd, waardoor het gedrang zo groot werd dat er een aantal mensen flauw vielen.
Die werden meegenomen achter het podium waar ze wat opgefrist werden.





Tussen de optredens door waren lange pauzes, en er werd met bierflessen en stokken gegooid.
Toen er werd gedreigd dat The Kinks niet zouden komen als het niet ordelijk werd, begon het publiek te scanderen: "We want The Kinks".

Herman Stok ging de maat slaan, maar toen werd de tekst gewijzigd in "Weg met Stok!".

Het hoogtepunt was toch het Kinks optreden.
(Ray Davies mèt snor!).

De manager eiste dat er voor hun veiligheid werd ingestaan, en na een uur vertraging werd de band via een haag van veertig politieagenten naar het podium geleid.

Vandalen hadden in de tussentijd de bordkartonnen kleedkamers afgebroken, stoelen vernield en een brandkraan in werking gesteld.

Tijdens hun optreden was het publiek te moe om de zaak nog verder te ontwrichten.

De GGD onderhield een pendeldienst om de tientallen lichtgewonden af te voeren, de EHBO kwam handen te kort om de flauwgevallen jongens en meisjes weer bij kennis te brengen.

Na afloop bood de Irene hal de aanblik van op hopen gesmeten en voor een deel vernielde klapstoelen, verbogen hekken en massa's papier.






Partijsecretaris Eibert Meester zei, starend naar de puinhoop:
"Zo doen we het niet meer. 
Liever vijftienduizend gedisciplineerde bezoekers, dan dertigduizend op deze manier".


Hieronder een krantenverslag.


Het PvdA-festival dat zaterdag in Utrecht werd gehouden is een beetje een rommel geworden.
Dat wil zeggen in de Irenehal.
Deze ruimte was het strijdperk van politie, opgeschoten jongelui en beatmuzikanten.

In totaal zijn echter maar zes jongelui gearresteerd, maar de GGD moest wel een pendeldienst tussen de Jaarbeurs en het ziekenhuis organiseren, doordat tientallen jongelui lichte verwondingen opliepen.

In totaal 30.000 mensen van alle leeftijden hebben de 20-jarige verjaardag van de PvdA bijgewoond. 
Het begon allemaal keurig.
In vier hallen werd een programma gegeven, maar ongelukkig genoeg wisselden politieke sprekers en beatbands elkaar af.
Dit was voor 12.000 jongelui aanleiding 'om rotzooi te trappen', zoals de organisator, de heer E. Meester verklaarde.

Oorzaak van de wilde tonelen was voornamelijk het optreden van de Britse beatgroep The Kinks
Daar hadden de jongelui zich op verheugd en de band moest dan ook beschermd worden door 110 Utrechtse politiemannen en 180 ordebewakers.

Doordat het in diverse hallen al een rommel werd, besloten de organisatoren de Irene hal voor de rest van de middag voor de tieners te reserveren.

Alle beatgroepen zouden daar dan gaan optreden, terwijl in de andere hallen, de volwassenen feest konden vieren.
Een misser voor de organisatie was om de stoelen in de Irenehal te laten staan.
Deze werden al snel op elkaar gestapeld zodat men een goed overzicht op het strijdtoneel had.

Want dat strijdtoneel kwam er.

Voor het podium waren wel enkele stevige dranghekken gezet, maar de duizenden tieners hadden daar geen moeite mee.

Ze sprongen op het,  drie meter hoge podium, om hun enthousiasme voor hun muzikanten te betuigen.

Ook op de twaalf meter hoge richels langs de muren van de Irenehal stonden honderden tieners, die langs brandslangen naar boven waren geklommen.

Ruim een uur moesten ze wachten op de Kinks, want de manager vond het optreden niet verantwoord.

'Ze zijn tienduizend pond waard, en ik laat ze niet spelen in zo'n bende', riep hij steeds.

Toen dan eindelijk toch besloten werd, om de steeds maar 'We want Kinks' schreeuwende massa haar zin te geven, was de band verdwenen.

Na lang zoeken werden ze gevonden.
Ze moesten toen de Irenehal worden binnen gebracht.

Intussen waren de bordpapieren kleedkamers al door de tieners afgebroken, terwijl ook de vier brandslangen in werking werden gesteld.

Er kwamen nog zestig agenten in de hal, die een vervroegde nachtdienst kregen.
Tegen vijf uur speelden de Kinks dan eindelijk een paar nummertjes, maar doordat vele technische installaties waren vernield, viel er weinig te genieten.
Rondom het podium ontstonden af en toe vechtpartijen.

Er liepen constant broeders van de GGD in de hal om de gewonden per brancard af te voeren.
De politie onder leiding van hoofdcommissaris H. W. Offers oogstte niets dan lof van de PvdA-organisatie.

Zij heeft uiterst tactisch opgetreden en ook vele jongelui hebben er van versteld gestaan.

Zij konden de politie met hun scheldpartijen maar niet kwaad krijgen en waren daar zeer verwonderd over.

Hitweek:
Er zijn enkele gouden regels die elke organisator van een groot beat concert zonder meer dient toe te passen, anders loopt het onherroepelijk uit de hand.

Stoelen om op te zitten luisteren zijn uit de tijd.
- Het publiek staat en danst.
- Het podium dient zeker drie (ja, drie) meter hoog te zijn.
Omdat veel meisjes op de schouders van jongens gaan staan (resp. zitten) kunnen veel betalende bezoekers alleen maar ruggen zien bij een lager podium.

Om dit drie meter hoge podium is een anderhalf meter hoog podium gebouwd, waarop de ordedienst het opdringende publiek op een afstand kan houden, zonder dat zij het uitzicht op de muzikanten ontnemen.
Als het podium in het midden van de hal staat, is er een soort leeuwengang naar het podium toe gemaakt, zoals dat ook in circussen gebeurt.
Op het bovenste podium mogen alleen maar figuren komen die er thuis horen, zodat het publiek de artiesten voor zich alleen heeft.
Hitweek stelt voor dat zo'n (ideaal) podium door iemand gebouwd wordt en voor ieder te huur is.

Het Kinks concert in Utrecht was fantastisch.
Dat wil zeggen, de muziek die we hoorden was erg lekker.
We hebben jammer genoeg geen Kink gezien.
Alleen maar ruggen.
(Hitweek, 13 mei 1966)

Voor mij was het de eerste keer dat ik zo'n grootschalig evenement bezocht.

Ik heb mij er prima vermaakt en vooral The Motions en The Kinks gaven een goed optreden.

De houten stoelen waren allemaal veranderd in hoge stapels brandhout.  
(GD)






maandag 9 augustus 2010

JAZZ

Mik Thoomes en Jaap Drupsteen waren in het midden van de jaren zestig één van de beste (jazz) rhythm secties van Nederland.

In tegenstelling tot eerdere berichten hebben zij nooit de Wessel Ilcken prijs voor beste rhythm sectie ontvangen.

Grote jazzprijs 1967 voor Han Bennink

AMSTERDAM - De Grote Prijs van de Nederlandse Jazz, vier jaar geleden ingesteld onder de naam van de Wessel Ilcken prijs, zal voor 1967 worden toegekend aan de slagwerker Han Bennink.
De onderscheiding bestaat uit een van het Prins Bernhard fonds afkomstig bedrag van tweeduizend gulden en een door de VARA ter beschikking gestelde sculptuur van de schrijver-beeldhouwer Jan Wolkers.
De prijs zal op 21 december in het Amsterdamse Lurelei theater aan Han Bennink worden uitgereikt.
In vorige jaren was de onderscheiding bestemd voor de saxofonisten Herman Schoonderwalt en Piet Noordijk, bandleider-arrangeur Boy Edgar en pianist-componist Misja Mengelberg.
In het juryrapport van de Stichting Jazz in Nederland wordt onder meer gewezen op Benninks bijdrage tot de emancipatie van het slagwerk; een instrumentarium dat door deze actieve en creatieve jazzmusicus werd uitgebreid.

De 25-jarige Han Bennink werd in Zaandam geboren.
Hij koos het instrument van zijn vader, die slagwerker is in het Hilversumse Radio Philharmonisch Orkest.
In het Nederlandse jazzwereldje is Bennink jr. vooral bekend geworden door zijn slagvaardige spel in het combo van Misja Mengelberg.

Daarnaast speelde hij in alle belangrijke jazzgroepen die ons land kent: bij Pim Jacobs, Herman Schoonderwaldt, Piet Noordijk, maar ook bij een klassiek jazzensemble als dat van de Stork Town Dixie Kids.
Hij begeleidde verscheidene grote Amerikaanse jazzmusici die tijdens hun Europese tournee ons land aandeden.

Bennink behoort ook tot de groep slagwerkers die zich in de "New Thing" (de vrije jazz) thuis voelen.
Met een van de representanten van deze richting, de Amerikaanse altist John Tchicai, maakte hij een tournee door Zweden en Denemarken.

Benninks spel kenmerkt zich door 'n groot gevoel voor klankkleur, een persoonlijke, altijd stuwende en inspirerende stijl en een fors gehanteerde beat.
Hij is bovendien als een bijzonder variabel drummer te beschouwen.
(De Vallei, 22 nov. 1967)

Op de schoolzolder (van de Koningin Juliana MULO) werd veel jazz gespeeld. 
Jan van de Wolf is een keer door Mik uitgenodigd om samen met Jaap te jammen.

Hugo (broer van Mik) en ik waren getuige van deze jamsessie.
Van deze jamsessie zijn absoluut geen opnames gemaakt.

Cor Lagerwey bouwde versterkers voor de basgitaar van Jaap Drupsteen.
(Job Dorpema)

Later speelde Mik Thoomes (drums), samen met Jaap Drupsteen (bas) en Bert Jansen (1949-2002) (mondharmonica) in Virgin's Children, een popformatie, die nooit van de grond is gekomen.

Mik overleed in Groningen op 1 augustus 2010.

BERT JANSEN
Bert Jansen debuteerde als auteur in 1975 met de autobiografische jaren-zestig-roman 'Nozzing but ze bloes', in 1978 herdrukt als 'En nog steeds vlekken in de lakens' en in 1988 onder dezelfde titel herschreven voor de derde druk.
Bert zat met Mik op de kunstacademie in Arnhem.
In het boek wordt een hilarisch blues optreden van Jansen in Veenendaal beschreven op het popfestival 'Stick to Sticks', weer georganiseerd door Mik voor de Veenendaalse winkeliersvereniging.

Nog meer jazz met Jan Pilon die in 1975, samen met Henk van Hemert en Dick Schoonderbeek onder de naam Trio Treiter een LP uitbracht met de volgende nummers:
Kant 1: Anna, Jora, Panter, Spranino
Kant 2: Daisy, Moppie, Joy.

Titel van het album: Syndrome of Influence (Hemscho 001).

Private release, The Netherlands, 1975

Hoes ontworpen door Beppie van Bruchem.

Omschreven in verzamelaarskringen als 'Rare Dutch Modern Jazz with Great Breaks, Private Press, never been sold in shops, only at gigs' is het wel een schijf voor de liefhebber.

In tegenstelling tot bovengenoemde opmerking vond ik mijn exemplaar bij Muziek Staffhorst in Utrecht.

"Music can be described as free jazz - I can hear those Willem Breuker or Byard Lancaster influences here and there. 


The standout cut is the track called Sopranino: A wicked combination of funky beats and free music. 

I think this was their only release.

I hope you enjoy this rare piece of music as much as I do."






















TRIO TREITER OP YOUTUBE


NOG WAT JAZZ:

ROTORY PERCEPTION gaf een optreden in de Soos.
Helaas werd de bandnaam niet goed begrepen, en de band werd geïntroduceerd als
Road and Exception.

de bezetting was:
Job Dorpema - fluit
Jan Pilon - drums
Dick Schoonderbeek - bas
Han Troost - sax

en er werden nummers gespeeld als:
Witlof uit Schotland
Jans' eerste rijles en
Opoe en het afstapje
allen gecomponeerd door Han Troost.

BAS(S)ED ON TWO
bezetting:
Henk van Hemert - tenorsax
Han Troost - altsax
Dick Schoonderbeek/Ton Vroman - bas
Paul van Kreel - drums

Bas(s)ed speelde in de kleine zaal van Paradiso in 1971 met  Henk van Hemert op tenorsax,  Han Troost op altsaxofoon, Dick Schoonderbeek en Ton Vroman op bas en Paul van Kreel op drums.
Een dubbel-concert met Relax van Charlie Nanlohy en Bob Driessen.

MODUUL '72
bezetting:
Han Troost - piano
Dick Schoonderbeek - bas
Jan Pilon - drums

Een wapenfeit van deze band was een finale plaats op het Loosdrechtse Jazz Concours in 1972.
De band heeft in totaal ongeveer twee jaar bestaan.

Het Internationaal Jazz Festival 1972 behoort weer tot het verleden.
Zaterdag werd de finale van het amateur-jazz-concours, waaraan zeven van de oorspronkelijk 23 formaties deelnamen.
Na rijp beraad - de jury, die bestond uit de Amerikanen Jimmy Owens (voorzitter) en James Moody, de Belg Elias Gisterlinck en de Nederlanders Boy Edgar enWillem van Manen, bleek geweldig verdeeld - werd tenslotte een gedeelde eerste plaats toegekend aan Friends of Jazz uit Amsterdam en Wave uit Nijmegen.
Tweede werd de pianist Jan Rietman uit Doetinchem; derde Scarab uit Badhoevedorp, en op een gedeelde vierde plaats de Free Time Old Dixie Jazzband uit Bovenkarspel en Moduul '72 uit Veenendaal. 
Uiteindelijk werd de winnaar Friends Of Jazz, omdat er maar 1 wisselbeker beschikbaar was.
(De Volkskrant, 14 augustus 1972)

De Voorronde:
Moduul '72 uit Veenendaal was echt creatief bezig.
Niet overdreven overhalen om te imponeren, maar rustig voortkabbelend en werkend aan een stuk muziek dat velen deugd deed. 
De conclusie dat Nederland aan jazz nog echt wel iets te brengen heeft is voorbarig, maar het optimisme is gerechtvaardigd.
(Tubantia, 9 augustus 1972)

Moduul '72 uit Veenendaal met zeer avant-gardistisch werk eindigde bij de eerste zes.
(Art Provost in Het Vrije Volk, 14 augustus 1972)

EUTERPE
bezetting:
Arie Theunissen - sax
Mik Thoomes - drums
Han Troost - piano
Leo Coïni - gitaar
Rob Thoomes - bas

HORSESHOE BAND
Frans Albers - gitaar
Hans Smit - piano
Jacob Brederveld - plukbas

In de vroege jaren zestig was er een jazzclub aan de Nieuweweg: La Compagne, waar veel, toen nationaal bekende, jazzartiesten optraden als het trio Pim Jacobs met Rita Reys en Theo Loevendie.

Rijk van Rotterdam
Ook Rijk van Rotterdam was actief in de Veenendaalse jazzscene.
Hij trad verschillende malen op in 't Dingetje (Jazz & Poetry avonden) en de Soos, samen met onder anderen Paul van Kreel.
Rijk overleed op zaterdag 16 juni 2001 op 53-jarige leeftijd, hij was toen literator en kunstredacteur van de Arnhemse Courant.
Hij manifesteerde zich vooral als theater- en filmrecensent, en later ook als columnist.

Hij publiceerde twee boeken in de jaren tachtig:

De rookstoel op het groene laken (1984) Uitgever: L.J. Veen, 128 pagina's

NBD|Biblion:
In deze zeven verhalen treden mensen op die in een uitzonderingspositie verkeren of in het nauw zijn gedreven: een vluchteling, een vrouw die zich geen raad meer weet als ongehuwde moeder, enz. Mensen die zich niet willen laten manipuleren, maar juist wel erg afhankelijk zijn van anderen en daardoor agressief worden. 'De avondklok' is een uitschieter: een jonge vrouw laat zich door haar vriend beduvelen, maar hoe verneemt men pas uit de laatste regels. De auteur (geb. 1948), die debuteert, heeft het over mensen die nergens bijhoren, zoals de nauwgezette bediende uit het laatste verhaal, die door een jongere collega cynisch wordt buitengewerkt. Bizarre, ietwat naar het krankzinnige neigende personages worden in een directe, onopgesmukte taal op papier gezet. De sociale bekommernis van de auteur voor de zwakkere mens is duidelijk. Hij laat alleszins een eigen geluid horen.

Vechten (1985) Uitgever: L.J. Veen, 192 pagina's

NBD|Biblion:
In de eerste roman van deze auteur worden actuele thema's rond de opkomst van het neo-fascisme (Volksunie, Centrumpartij), racisme, drugs en incest verweven met de persoonlijke problematiek van een van de zogenoemde "kansarme jongeren". Deze jongen, Sim, ontwikkelt een groeiende afkeer van het gezin en het milieu waarin hij opgroeit. De vader is een dronken, racistisch en incestueus beest, de moeder een lijdzame heilsoldate, de zus een hoer en de jongere broer een dief en drugshandelaar. Door een toevallige ontmoeting met een burgerlijk kunstenaarsgezin denkt Sim te kunnen ontsnappen aan zijn bestaan. Helaas loopt ook dit op niets uit: hij wordt ook daar niet geaccepteerd. Een uitstekende en boeiende roman met soms deterministische trekjes, maar waarin de auteur erin slaagt zijn thematiek op overtuigende wijze onder de aandacht te brengen.
(Gerard Davelaar)

zondag 14 februari 2010

REUNIE HOEKELUMMERS

September 1999

Vanaf de jaren zestig (en zelfs al in de jaren daarvoor) zijn er door de ontspanningscommissie van de Gereformeerde Kerk in Veenendaal, weekenden voor de jeugd georganiseerd op het Kasteel Hoekelum te Bennekom. In september 1999 werd er een reünie georganiseerd voor mensen die regelmatig met de Hoekelum weekenden meegingen.
De reünie vond plaats op 23 september 1999 en werd op touw gezet door Piet Anbeek, Marijke Brederveld-Lubbers, Marjan Hoekstra-De Haas, Jeanette Coïni, Teun Hoekstra, Nel Van Reenen-Hootsen, Jakob Brederveld en Henny Verwey-Bekker.
Men werd rond tien uur verwacht en het programma zou doorlopen tot ongeveer 22.00 uur.
Hieronder het videoverslag wat van die bijeenkomst gemaakt werd, met dank aan Bas van Capelleveen, die zijn VHS band hiervoor ter beschikking stelde.
Mochten er mensen zijn die hun oorspronkelijke foto's en herinneringen met ons willen delen, neem dan kontakt op, ik zal er graag een langer stuk over plaatsen.
Hierboven staat de foto van de reünie (met dank aan Nel Hootsen)

Hoekelum Reünie - Film 1


Hoekelum Reünie - Film 2


Hoekelum Reünie - Film 3


Hoekelum Reünie - Film 4


Hoekelum Reünie - Film 5


Hoekelum Reünie - Film 6


Hoekelum Reünie - Film 7


Hoekelum Reünie - Film 8


Hoekelum Reünie - Film 9


Hoekelum Reünie - Film 10


Hoekelum Reünie - Film 11

vrijdag 15 januari 2010

HET JONGERENCENTRUM DE POMP

(en een internationale bromfietstocht)

Interview met Rob Broers op 13 januari 2010

„Er was een concurrentiestrijd tussen De Pomp en Suzie Q”, vertelt Rob Broers. „Het ging erom wie als eerste een actuele band wist te contracteren”. De Pomp was echter afhankelijk van gemeentelijke subsidies en diende zich ook aan regels te houden die door de gemeente Veenendaal waren opgesteld.

Rob, van oorsprong afkomstig uit Leiden, was medebestuurslid van De Pomp van 1969 tot eind 1972 en hij werkte in die tijd als meubelmaker bij de firma Specht in Rhenen. Zijn opleiding als meubelmaker volgde hij op de vroegere “Ambachtschool”, die in die tijd drie locaties in Veenendaal kende, t.w. naast de Kokse school aan de Nieuweweg, de Teekenschool aan de Kerkewijk en enkele barakken aan de Industrielaan op de plek waar nu het C.S.V. staat.

De Pomp was gevestigd in de voormalige Dr. Heksterschool op de hoek van de Tuinstraat/Sandbrinkstraat.
In twee doorgebroken en samengevoegde lokalen werden discoavonden gehouden en er vonden ook optredens plaats door landelijk bekende bands.

Later zou Rob in deze lokalen een bar met twee bierpompen bouwen. Onder De Pomp bevond zich een kelder met een kleine bar en door de week zat hier vaak een groep jongeren gezellig wat te kletsen. De Pomp had een vaste DJ, Kees (Conny) van Schagen genaamd.

De heer Jan van de Spek, die langere tijd de leiding had in De Pomp, vertrok in het weekend van 18 en 19 maart 1972.

In het afgebeelde programmaboekje schreef hij o.a. ten afscheid:

Er is een tijd van komen,
Er is een tijd van gaan,
De tijd van komen is gegaan,
De tijd van gaan is nu gekomen !!!!!!


De heer van de Spek was een bevlogen man en hij probeerde werkelijk op alle manieren wat van De Pomp te maken, maar hij was gebonden aan de regels van de Gemeente.
Zijn opvolger wordt de heer van Mill uit Arnhem. Mia Oomen uit Emmeloord kwam het team als jeugdleidster voor het ouderenwerk versterken en zij zette haar eerste stappen in De Pomp op 3 januari 1972. Er liep van januari 1972 tot januari 1973 ook een zekere Agnes stage bij De Pomp. In het programmaboekje wordt zij omschreven als “het meisje met het witte haar”.

De Veenendaalse jeugd viel de nieuwkomers wel mee, aldus een citaat uit het voornoemde programmaboekje.
Wim de Kaste heette hen namens het jeugdbestuur van harte welkom.

In De Pomp werd opgetreden door bijvoorbeeld:
22 januari 1972: Dizzy Man’s Band
5 februari 1972: Left Side
12 februari 1972: Radio Noordzee Drive-in show
19 februari 1972: C.C.C. Inc. (In 1970 haalt de band de pers door een commune te beginnen op het Brabantse platteland en als enige Nederlandse groep op te treden op het hoofdpodium van het legendarische popfestival Kralingen in Rotterdam juni 1970). Het schijnt dat zij weleens met een geit op het toneel verschenen.
4 maart 1972: Brainbox
18 maart 1972: September

Ook traden er de bands Yang (uit Amerika), Earth & Fire, The Sandy Coast, BZN, Livin’ Blues en The Bintangs op.

Rob herinnert zich een optreden van de Golden Earrings in garage Schoonhoven, welk optreden destijds door De Pomp georganiseerd werd.
De gage zou toen f. 4.500,- geweest zijn.

Volgens het programmaboekje van De Pomp traden er op 29 januari een aantal bands op in De Rijnhal te Arnhem, t.w. Soft Machine, Fleetwood Mac en Argent.

Een aantal jongeren die De Pomp bezochten gingen ook vaak naar de schuur bij de ijsbaan van van Appeldoorn achter aan de Dijkstraat, daar werden tevens regelmatig feestjes gebouwd.

In die tijd werd de Eierhal gekraakt door een groep bekende Veense jongeren en deze actie leidde tot een aantal gesprekken met de Gemeente Veenendaal. Het uiteindelijke resultaat was de oprichting van Suzie Q aan de Nieuweweg.

In de jaren 1966 en 1967 kwam Rob vaak met zijn broer en zijn vrienden bij Marrinelli en hij kan zich nog goed herinneren, dat ze dan uit een beugelflesje Grolsch bier dronken. Rob kwam in die tijd ook veel in De Ruif aan de Nieuweweg en op zondagmiddagen waren hij en zijn vrienden vaak bij Café Verlet, (later La Fleur en thans wokrestaurant Eastern Plaza) in Elst te vinden, maar zij gingen ook regelmatig naar het Raadhuis aan de Kerkewijk. De avonden werden doorgaans bij De Pomp doorgebracht.

Rob weet ook nog dat hij en zijn vrienden op 9 oktober 1970 een concert van The Rolling Stones in een uitverkochte Amstelhal in de RAI in Amsterdam bezochten.
Het voorprogramma werd verzorgd door Buddy Guy en Junior Wells. Simon Vinkenoog was de presentator van de avond. Bobby Keys en Jim Price waren de vaste gastmuzikanten van The Rolling Stones. Later op de avond speelden Leon Russell en Stephen Stills mee. Met dit optreden in Nederland (het laatste in hun "European Tour 1970), verdienden The Rolling Stones 140.000 gulden.
Het concert werd georganiseerd door Paul Acket.

De „setlist” zag er die dag alsvolgt uit:
1. Jumpin’ Jack Flash
2. Roll over Beethoven
3. Sympathy for the Devil
4. Stray Cat Blues
5. Love in vain
6. Prodigal Son
7. Dead flowers
8. Midnight Rambler
9. Live with me
10. Let it rock
11. Little Queenie
12. Brown Sugar
13. Honky Tonk Woman
14. Street fighting man


Rob was in die tijd een nogal ondernemende jongeman en Rob en zijn toenmalige vriend Ruud Bloeme gingen in 1967 op hun Puch op vakantie in Normandië. Ze reden boven Parijs langs naar de Ardennen en vervolgens weer naar huis.
Deze rit was nog maar een peuleschil vergeleken met hun vakantierit in 1968.
In die vakantie presteerden Rob en Ruud het om op hun Puch bromfietsen helemaal naar de Italiaanse wintersportplaats Aoste te rijden (ruim 900 kilometer).
Op de heen-en terugweg moesten zij door de Sint Bernhard tunnel, waar bromfietsen absoluut niet mochten rijden.
Ze hadden echter geluk, want doordat hun kilometertellers tot 60 kilometer doorliepen en ze een verzekeringsplaatje achterop hadden, wekten ze de indruk op lichte motorfietsen te rijden.
De Sint Bernhard tunnel was het jaar daarvoor in gebruik genomen.
De tunnel loopt van San Bernardino in Graubünden naar Hinterrhein en is 6,6 kilometer lang. Zij reden die vakantie plusminus 3000 kilometer door België, Frankrijk, Zwitserland en Italië en hadden slechts één keer een lekke band.

Hoewel het inmiddels al zo'n veertig jaar was geleden, kon Rob zijn Puch maar moeilijk vergeten en het bleef maar door zijn hoofd spelen.
Toen Rob enige tijd geleden zestig jaar werd, arrangeerde zijn vrouw stiekem een afspraak met een lid van de Veenendaalse oldtimer bromfietsenclub MAV.
Rob werd naar Renswoude gereden en wist absoluut niet wat de bedoeling van dit ritje was.
Hij werd naar een straat gebracht die hij niet kende en plotseling stopte de auto bij een huis waar een delegatie van de MAV club hem stond op te wachten met een Puch bromfiets, en Rob maakte na een lange tijd weer eens een ritje op een Puch.
Met zijn pre-pensioen in zicht heeft Rob inmiddels een Puch aangeschaft, en ook is hij lid geworden van de MAV oldtimer bromfietsenclub.

Jan Slagman